De Marathon
Wie zondag 14 april j.l. in Rotterdam was of onderweg was naar die stad, die kon het niet missen. Zowel in het straatbeeld als in het openbaar vervoer wemelde het van mannetjes en vrouwtjes in sportieve hardloopkleding. Niet alleen zij trokken massaal richting Coolsingel en Blaak, wat te denken van al die supporters die dat ook deden. Hoe dichter je in het centrum kwam hoe meer je opviel in je gewone burgermanskleren. Casual was niet de trend maar sportief moest je er uitzien.
Onder die vele mensen natuurlijk ook ‘Vroege Vogels’. Dat kan niet missen. Voor het Hilton Hotel troffen ze elkaar en werden de laatste nieuwtjes en adviezen uitgewisseld. Het ging er heel relext aan toe en er was nog genoeg tijd voor een groepsfoto.
Na al dat drukke geklets wordt het dan ook tijd om richting de startvakken te gaan, want om 10.30 uur klinkt onverbiddelijk het startsein en dan moet je erbij zijn. Onder de klanken van “You never walk alone” komen de ruim tienduizend dan in beweging. Zij die vooraan staan kunnen gelijk op zoek naar hun eigen tempo, maar de meeste atleten hebben nog enkele minuten nodig alvorens de startlijn te passeren.
De schrijver van dit verslag was ondertussen met de metro naar het Wilhelminaplein gegaan en had zich tactisch in een bocht opgesteld met de hoop elke Vroege Vogel nog even in en flits voorbij te zien komen. Dat is wonderwel gelukt en weet dan dat een ieder zonder kleerscheuren aan die mooie 42 kilometer en 195 meter is begonnen.
Nadat het grootste deel van de marathondeelnemers aan het oog voorbij waren gegaan, nam ik de metro terug naar de Blaak, alwaar ik een goed plekje zocht om onze deelnemers aan de 10 kilometer te kunnen waarnemen. Want ook aan deze afstand doen heel veel mannen en vrouwen mee. Zoveel zelfs dat ik me soms afvroeg of ik tussen al die duizenden lopers wel een “Vroege Vogel” zou herkennen.
Het is wonderwel gelukt. Hans, Lidia, René, Arda en Anneke heb ik allemaal gezien en zij gingen fluitend op weg naar hun finish op de Coolsingel.
Nadat de lopers van de 10 kilometer gepasseerd waren, ben ik naar de kubuswoningen op de hoek van de Blaak en mariniersweg gegaan. Je hebt daar een ruime bocht. Zodat je de deelnemers makkelijk aan kan zien komen. Ze hebben er dan ongeveer 27/28 kilometer opzitten en zijn dan ongeveer al drie uur bezig, waardoor de eerste tekenen van vermoeidheid zichtbaar beginnen te worden. ‘Alleen’ nog even het rondje Kralingse Bos en dan zit het erop. Ik kan jullie wel vertellen, dat laatste rondje valt beslist niet mee.
Ook deze keer niet. De temperatuur was inmiddels aardig opgelopen en heel wat atleten begonnen daar last van te krijgen. Er werd op dat punt al heel wat afgewandeld. Niet door onze eigen atleten, die gingen soms nog vrolijk zwaaiend richting dat Kralingse Bos.
Een oud lid van de ‘Vogels”, Herman van der Vliet, twijfelde toch sterk aan de voortgang van de marathon. Hij had het erg zwaar en vertelde dat hij nog wel even het parcours zou volgen, maar bij de eerste bocht naar rechts wellicht links af zou gaan en dan via de kortste weg naar de finish.
Mijn volgende controlepunt ligt dan zoals gebruikelijk op het punt dat de lopers en loopsters aan hun laatste 1000 meter beginnen. Hier staat altijd een enthousiaste supportersschare die met woord en gebaar de lopers naar de Coolsingel loodsen. Wandelaars worden steevast aangemoedigd om vooral te gaan dribbelen, want wandelend de Coolsingel op dat kan niet.
De mate van frisheid van onze Vogels verschilde nogal.
Wijnanda, die weer als eerste van de Vogels voorbij kwam, had haar blik alleen maar gericht op de finish en keek niet links of rechts. Aan Colin was niets te merken. Die liep nog alsof hij net gestart was. Onze derde Vogel, Binaca, liep het laatste stukje ook met de blik op oneindig. Het enige wat telde was de finish.
Vlak achter haar kwam René voorbij. Daar was ook het beste af. Ja, ja een marathon is best lang. Lea en Babette, die zo’n twintig minuten na René voorbij kwamen, hadden er duidelijk nog zin in. Die keken nog vrolijk en wisten dat ze op weg waren naar een grandioze ontvangst op de Coolsingel. En zo hebben ze dat ook beleefd. Die laatste 500 meter die doet het hem, maar dan in de positieve zin van het woord.
Last but not least kwam Jaco voorbij. Hij had onderweg flink overgegeven en op die manier al zijn krachten verspeeld. Desondanks heeft hij toch de finish gehaald, waarvoor hij toch een applaus verdient.
Helaas hebben Jan en Leo de tocht niet kunnen volbrengen. Geplaagd door blessures hebben zij het verstandige besluit genomen om na 15 en 18 kilometer te stoppen. Doorlopen betekent nog meer schade en nog meer tijd nodig om te herstellen.
Het was me het dagje wel in dat sportieve Rotterdam. Babette heeft het zo te zien zeker naar haar zin gehad.
Terug naar het overzicht >>